Waarom buitenspelen zo belangrijk is

Buitenlucht

Lekker zonder jas buiten kunnen spelen voelt altijd weer hemels na een koude, regenachtige herfst en winter. Ideaal aan buiten bezig zijn, is dat het voor je lichaam ook nog eens heel goed is.  Onder invloed van de UV-straling van de zon maakt onze huid vitamine D aan. Vitamine D helpt bij het behoud van gezonde botten, tanden en spieren, maar helpt ook bij het behoud van een goede weerstand.

Daarnaast is buiten zijn goed voor de ogen. Het kan de kans op het ontstaan van bijziendheid aanzienlijk doen afnemen. Een groot voordeel, gezien steeds meer kinderen tegenwoordig bijziend zijn, omdat ze veel en lang achter elkaar naar telefoon- of tabletschermen kijken. Nog een ander bijkomend voordeel van het buiten spelen is dat kinderen vaak flink moe zijn en goed slapen na een dag lang buiten te zijn geweest.

Sociale ontwikkeling

Bij het samen spelen komen veel sociale vaardigheden kijken, die door het spel sterk ontwikkelen. Samen spelen moeten kinderen leren, ze kunnen dit vaak niet van nature. Maar bij sommige spelletjes zal je nu eenmaal moeten samenwerken met anderen. Door contact te zoeken met kinderen die je niet kent, bijvoorbeeld kinderen uit een andere straat, ontdek je hoe het werkt om een sociale verbinding te leggen. Lukt dit, krijgt het zelfvertrouwen direct een boost. En wie weet, misschien klikt het wel zo goed dat je er een nieuw vriendje of vriendinnetje bij hebt!

Samen spelen loopt soms vast en dan kan er onenigheid ontstaan. Ruzie kunnen maken en het daarna weer samen goed te maken, zijn belangrijke lessen die op jonge leeftijd al goed te leren zijn. Hier heb je de rest van je leven baat bij. Het samen spelen zorgt dat je niet continu in het middelpunt staat, wat betekent dat je moet leren compromissen te sluiten en te delen. Ook een essentiële vaardigheid om te leren.

Beweging en motorische ontwikkeling

Binnen kan je natuurlijk ook bewegen, maar buiten, daar gebeurt het! Daar worden grenzen verlegd. Fietsen, steppen, rennen, springen, rollen, glijden, schommelen, balanceren en af en toe onderuit gaan. De uitdaging aangaan, soms fouten maken en daar dan weer van leren. En lukt het de keer daarna wel? Dan groeit het zelfvertrouwen van je kind gestaag door.

Met het vangen van een bal zijn de hersenen hard aan het werk hand-oog coördinatie met elkaar te verbinden. Bij het wegschoppen van de bal worden juist het oog en de voet samen aan het werk gezet. En bij het spelen in de zandbak ontwikkelt zich een stuk fijne motoriek, bijvoorbeeld wanneer je zandijsjes maakt. Zo is buitenspelen naast leuk dus ook nog eens super leerzaam, op heel veel vlakken!

Ontdekken en fantaseren

Buiten valt veel te ontdekken. Een lieveheersbeestje op een struik, pissebedden onder een oude stoeptegel, of misschien graaf je voor jouw auto wel een tunnel onder een boomwortel door. Ongemerkt, maar soms ook heel bewust, wordt de beleefwereld onderzocht en uitgebreid. Want waar komt die windvlaag ineens vandaan? En hoe komt het dat ik een blauwe plek krijg als ik me stoot? Het leven zit vol met mysteries en geheimen en kinderen kunnen niet wachten om dit allemaal te ontdekken en te ontrafelen.

De fantasiewereld van kinderen wordt op een heel andere manier aangesproken tijdens het buitenspelen. Het voorstellingsvermogen van een kind zorgt voor de grootste verhalen, waarin zelf meegespeeld kan worden. Dit vermogen speelt niet alleen een rol bij het spelen, het is ook een belangrijke factor voor innovatie. Het creëren van nieuwe dingen is wederom een handige skill om te hebben, ook in het verdere volwassen leven.

Ook zonder speelgoed voorhanden kunnen buiten alsnog de mooiste avonturen ontstaan, nog makkelijker dan binnenshuis. Daar ben je toch wat beperkter dan buiten. Begin je eigen bakkerij in de zandbak waar je lekkere zandtaartjes verkoopt, bouw een hut, speel piraat met stokken als zwaarden of ga verstoppertje spelen met de buurkinderen. Buiten is altijd genoeg te beleven.

Hoe stimuleer je buitenspelen?

Uit onderzoek blijkt dat heel veel ouders zouden willen dat hun kind meer zou buitenspelen. Hierbij enkele tips om buitenspelen te stimuleren:

• Laat risico bestaan. Dit klinkt misschien eng (en bepaalde voorzorgsmaatregelen zijn natuurlijk gewoon verstandig, roekeloosheid is nergens voor nodig), maar door enige uitdaging voor je kind te laten bestaan, wordt buitenspelen veel leuker. Zelf ontdekken en soms zelf fouten maken, werkt erg stimulerend;

• Ga fietsend of lopend naar school. Niet alleen start je op deze manier je dag in de buitenlucht, je kind wordt ook meteen geprikkeld door alle mogelijkheden die bestaan en geconfronteerd met eventuele risico’s die zich voordoen onderweg naar school, zoals bij het oversteken van een straat;

• Regelmatig het bos of park in gaan, zorgt voor een leuke afwisseling met de welbekende straat. Maar ook in de buurt op zoek naar leuke speeltuintjes en plekken waar de kinderen los kunnen gaan, maakt spelen nog net wat leuker;

• Een schone plek om te spelen is leuker en fijner. Met zand en modder is niets mis, maar hondenpoep of veel afval maakt buitenspelen een stuk minder aantrekkelijk (ook voor de ouders). Afspreken bij welke ouder de kinderen zich kunnen melden als ze zich bezeren of gewoon geen zin meer hebben, geeft duidelijkheid. Dit kan fijn zijn voor kinderen. Ook het afspreken van een grens, tot waar het kind zelfstandig mag gaan spelen, helpt bij het creëren van een veilig kader waarbinnen naar hartenlust gespeeld kan worden, waar zowel kind als ouder zich goed bij voelen.